Bericht rechtbank Amsterdam
Ontwikkelingen dagvaardingszaken bij team kanton van de rechtbank Amsterdam
Sinds de sluiting van de rechtbanken op dinsdag 17 maart 2020 in verband met het coronavirus, zijn veel dagvaardingszaken aangehouden. Met dit bericht brengen we u graag op de hoogte van een aantal recente ontwikkelingen.
Dagvaarding tot en met 6 april 2020: zaken aangehouden
De zaken met een uitgebrachte dagvaarding tot en met 6 april 2020 waarin gedaagde niet heeft gereageerd, zijn ambtshalve aangehouden door de kantonrechter. Partijen zijn gedagvaard om te verschijnen, terwijl er geen fysieke rolzittingen meer werden gehouden. Deze zaken vallen niet onder de werking van de Tijdelijke wet Covid-19, want bij de dagvaardingen is nog geen brief uitgereikt waarin staat dat de gedaagde kan bellen, e-mailen of schrijven dat hij of zij mondeling of schriftelijk verweer wil voeren.
De gedaagden in deze zaken moeten daarom opnieuw worden opgeroepen. De griffier zal de gedaagde door middel van een brief oproepen. Team kanton van de rechtbank Amsterdam heeft, net als een aantal andere rechtbanken, besloten dat wanneer gedaagde naar aanleiding van die brief niet verschijnt, een oproepingsexploot moet worden uitgebracht. Bij niet verschijnen kan daarna verstek worden verleend. Dit kost veel extra tijd en menskracht, die op dit moment wordt aangewend voor andere zaken. Het oproepen in de zaken waarin gedaagde niet is verschenen wordt daarom uitgesteld. U krijgt vanzelf bericht wanneer uw zaak weer verder gaat.
Dagvaarding vanaf 7 april 2020: exploot juist betekend?
Veel zaken met een uitgebrachte dagvaarding vanaf 7 april 2020 worden op dit moment ook aangehouden door de kantonrechter. Deze zaken vallen wél onder de werking van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid, omdat de deurwaarder bij de dagvaarding de bewuste brief heeft bijgevoegd. Als gedaagde op de dagvaarding reageert, gaat de zaak op tegenspraak verder.
Als gedaagde daarvan geen gebruik maakt, moet de kantonrechter eerst beoordelen of het exploot van dagvaarding op juiste wijze aan gedaagde is betekend. In het merendeel van deze zaken zijn de dagvaardingen betekend op de voet van artikel 47 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (met achterlating van een afschrift van het exploot). Uit het exploot blijkt in deze gevallen niet duidelijk genoeg waarom niet is geprobeerd de dagvaarding persoonlijk te overhandigen.
De kantonrechter te Amsterdam heeft in een tweetal uitspraken geoordeeld dat deze wijze van betekening zonder duidelijke feitelijke toelichting niet kan worden aanvaard en dat een herstelexploot moet worden uitgebracht (ECLI:NL:RBAMS:2020:2153 en ECL:NL:RBAMS:2020:2229). Er zijn twee ontwikkelingen gaande, die de kantonrechter afwacht voordat het wijzen van (tussen)vonnissen in soortgelijke zaken hervat kan worden.
In de eerste plaats is een wetsvoorstel ingediend dat voorziet in de aanpassing van artikel 47 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering met terugwerkende kracht tot en met 16 maart 2020: de Verzamelspoedwet COVID-19.
In de tweede plaats loopt op dit moment een zaak bij de Hoge Raad over hetzelfde onderwerp, waarin binnenkort arrest wordt verwacht (zie ECLI:NL:PHR:2020:442 voor de conclusie van de advocaat-generaal).
De kantonrechter verwacht dat in ieder geval per 1 augustus 2020 duidelijk zal zijn of de wijze van betekening op de voet van artikel 47 lid 1 Rv tóch kan worden aanvaard, en zal vanaf dan (tussen)vonnissen wijzen. Dit geldt uiteraard alleen voor de zaken waarin gedaagden niet zijn verschenen.
Zaken waarin gedaagden zijn verschenen: mondelinge behandeling
Vanaf maandag 18 mei 2020 houdt de kantonrechter weer mondelinge behandelingen in zaken waarin gedaagden zijn verschenen. Hiervoor maakt de kantonrechter gebruik van een alternatieve zittingslocatie bij het WTC. U ontvangt hierover informatie wanneer u wordt opgeroepen.